Ton Braas en Odilia Vermeulen (2013)
Odilia Vermeulen studeerde hoofdvak zang aan het Amsterdams Conservatorium bij Corry Bijster. Gedurende twintig jaar doceerde zij aan het Hilversums Conservatorium. Vervolgens besloot zij zich in te zetten voor het muzikale erfgoed van haar grootvader Alphons Diepenbrock en haar vader Matthijs Vermeulen. Zij assisteerde Eduard Reeser bij de bezorging van de delen 7 t/m 10 van Alphons Diepenbrock. Brieven en documenten, een monumentale uitgavereeks die in december 1998 werd afgerond met de verschijning van het generale register. Intussen verzorgde zij onder de titel Mijn geluk, mijn liefde (Amsterdam: De Bezige Bij 1995) de uitgave van de briefwisseling tussen Matthijs Vermeulen en Thea Diepenbrock in de lange aanloop naar hun huwelijk.
Op grond van haar ervaring werd Odilia Vermeulen gevraagd als eindredacteur van de correspondentie van de schilder/etser Willem Witsen (zie Willem Witsen: Tachtiger in brief en beeld op www.geheugenvannederland.nl en de volledige briefwisseling op www.dbnl.nl). Samen met Désirée Staverman verzorgde zij de gedrukte uitgave van Diepenbrocks toneelmuziek bij Goethes Faust, met daarin een ritmische notatie als leidraad voor de opvoering van het melodrama in de partituur.
Ton Braas behaalde de diploma’s docerend en uitvoerend musicus gitaar en het praktijkdiploma en einddiploma koordirectie aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag en het Stedelijk Conservatorium te Arnhem. Zijn hoofdvakdocenten waren Frans Moonen en Joop Schets. Naast zijn werkzaamheden als koordirigent en gitaarleraar studeerde hij muziekwetenschap aan de Rijksuniversiteit Utrecht, waarbij hij zich specialiseerde in het tijdvak van de Renaissance (zijn eindscriptie ging over de authenticiteitsproblematiek rond Josquin des Prez). Verscheidene jaren doceerde hij muziekgeschiedenis 1400-1600 aan de Utrechtse universiteit.
In 1997 promoveerde Ton op een proefschrift over de symfonieën en kamermuziek van Matthijs Vermeulen, over wie hij tevens een biografie schreef onder de titel Door het geweld van zijn verlangen (Amsterdam: De Bezige Bij 1997). Daarnaast was hij editor van de franstalige liederen van Alphons Diepenbrock. Onlangs voltooide hij deel 26 van de New Josquin Edition.
Samen hebben Odilia en Ton de gedrukte uitgave tot stand gebracht van het complete oeuvre van Matthijs Vermeulen. Ook redigeerden zij een biografie over Eduard van Beinum door diens zoon Bart (Bussum: Thoth 2000).
Voor de KVNM verzorgden zij de editie van de Mis op. 20 van Johannes Verhulst (2004), de Mis in As van Johannes van Bree (2004) en de Missa in die festo van Alphons Diepenbrock (2005) in de serie Treasures of Dutch Choral Music. Als general editors begeleidden zij de uitgave door Dick van Heuvel van Der Tod Jesu van Christian Ernst Graaf (2006).
Ook namen zij de eindredactie voor hun rekening van Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) van Willem Pijper – bijeengebracht, ingeleid en geannoteerd door Arthur van Dijk (de editie verscheen in 2011).
In september 2012 kwam een project tot voltooiing dat zij samen met Eduard Reeserer in de steigers hadden gezet: de oeuvrecatalogus van Alphons Diepenbrock. Deze verscheen niet als een gedrukte editie, maar als een tweetalige website met een beschrijving en een muzikaal incipit van alle werken, voltooid en onvoltooid. Ook biedt de website de mogelijkheid om door de handschriften van de composities te bladeren en fragmenten of complete uitvoeringen te beluisteren. Bijdragen aan dit digitaal monument ter ere van Diepenbrocks 150ste geboortejaar leverden Jaap van Benthem, Robert Spannenberg en Désirée Staverman.