Roaring twenties rotterdam: tussen Josephine Baker en bombardement
Tentoonstelling te zien in het chabot museum tot 12-03-2023 (link)
'Rotterdam liep voorop', aldus Wim Pijbes, gastconservator van de tentoonstelling ‘Roaring Twenties Rotterdam’. Bij de opening van de tentoonstelling [op 14 oktober j.l. in De Kunsthal] herinnerde Pijbes het talrijke publiek er aan dat Rotterdam de stad was waar de ‘nieuwe tijd’ zich een eeuw geleden allereerst manifesteerde, met optredens van Josephine Baker, Amerikaanse Jazzmusici en de introductie van de Negro Art. De expositie in het Chabot museum toont werken van kunstenaars als Charley Toorop en Henk Chabot naast allerlei herkenbare gebruiksvoorwerpen uit het interbellum, afkomstig uit de grote collectie van etnograficaverzamelaar Kees Schortemeijer. Door een dergelijke associatieve opzet ontstaat volgens Pijbes een spiegel naar ‘onze’ roaring twenties: het fenomeen Beyoncé laat zich relateren aan Josephine Baker en de opmars van radio en film als massamedium toen is vergelijkbaar met die van het internet nu. De componist die in het modernistische Rotterdam van na de eerste wereldoorlog een sleutelrol vervulde was Willem Pijper (1894 – 1947), tijdgenoot van Chabot.
'De Reinbert de Leeuw van het interbellum', zo karakteriseerde Pijperbiograaf Arthur van Dijk de componist en schrijver tijdens zijn introductie bij de opening van de expositie. Pijper, die dit jaar uitvoerig wordt herdacht, werd in 1930 de eerste directeur van het Rotterdams Conservatorium. Op dat moment had hij al met een reeks composities van zich laten horen. Dat Pijper daarbij verrassend modern uit de hoek kon komen, bleek uit de uit zijn kamermuziekoeuvre geselecteerde specimen waarmee de bijeenkomst besloot. Vooral zijn tweede pianotrio (1921), overtuigend vertolkt door Hadewich Hofland (viool), Panos Gklistis (piano) en Ivan Nogueira (violoncello), moet de toehoorders destijds als avantgardistisch in de oren hebben geklonken.
Désirée Staverman