Het Huis van de Polyfonie: een laboratorium voor Obrechts Missa Scaramella
In het zuiden, onder de rook van Leuven (B) ligt de Abdij van Park, een verrassend groene oase waar de oude abdijgebouwen en landerijen aan de rand van meertjes en een meanderende beek een waar rustoord vormen. De westelijke toegang tot dit gebied is de Mariapoort, waar sinds 2011 het Huis van de Polyfonie is gevestigd.
Bij de Mariapoort aangekomen is het is even zoeken naar de juiste ingang, er zijn er twee. Eenmaal binnen blijkt het poortgebouw fraai uitgerust te zijn met een collegeruimte, kantine en keuken, waar momenteel de laatste sporen van de overstroming in 2021 worden weggewerkt. Boven bevinden zich kantoren en een prachtige hoge zaal met vernieuwde zichtbare gebogen dakspanten, die de indruk wekken van een veelbelovende akoestiek. Deze ruimte is rijk voorzien van muziekinstrumenten met onder meer orgels, clavecimbels en een regaal, alles ten dienste van het samenbrengen van onderzoek en praktijk van de veertiende- en vijftiende-eeuwse polyfone muziek.
Het Huis van de Polyfonie is een initiatief van de Alamire Foundation en is “een traject van kennisbeheer” waarvan “de werking wordt bepaald door de doelstelling en methodologie van de organisatie: de ontwikkelde kennis borgen, maar tegelijkertijd ook toetsen aan de praktijk, om vervolgens nieuwe inzichten en expertise te genereren.”
En dat is min of meer wat Fabrice Fitch voor ogen had toen hij enkele jaren geleden het plan opvatte de ontbrekende stemmen, sopraan en tenor, van de incompleet overgeleverde Missa Scaramella van Jacob Obrecht (1457-1505) te reconstrueren en het resultaat te toetsen in het Huis van de Polyfonie. Dat Bart Demuyt, directeur van de Alamire Foundation, dit mogelijk maakte, was natuurlijk een buitenkans en een bijzonder belangrijk moment in het wordingsproces van deze reconstructie. Immers is het klinkende resultaat geloofwaardig?
Op maandag 5 juni j.l., een warme zonovergoten dag, arriveerdendruppelsgewijs de zangers, Stratton Bull (countertenor), Brett Kostrzewsky (tenor), Paul Kolb (bariton), alle drie als onderzoeker actief bij de Alamire Foundation en Grantley McDonald (bas), onder andere werkzaam bij Capella Pratensis. Ook schoof Jesse Rodin aan, een musicoloog die aan de Stanford University, Department of Music, onder andere het Josquin Research Project leidt. En dan natuurlijk Fabrice Fitch zelf, musicoloog en componist met een veelzijdige internationale achtergrond en sinds 2018 actief als senior onderzoeker aan het Koninklijk Conservatorium van Schotland in Glasgow. Twee dagen van zingen en overleg konden beginnen, daarbij in alles ondersteund door de mensen van de Alamire Foundation, waardoor niets het werk in de weg kon staan.
Vanaf het moment dat de eerste maten van het Kyrie klinken, een meesterlijke a prima vista kunst van deze zangers, wordt hoorbaar dat het om geweldige muziek gaat. Direct na een deel gezongen te hebben ontstaat een levendige discussie over de gekozen tekstplaatsing, tempi en notatie, waarbij Fitch zijn keuzes onderbouwt en uitlegt. Hier blijkt dat ze elkaar al langer goed kennen want er klinkt geen enkel voorbehoud door in alles wat te berde wordt gebracht. Fitch manuscript raakt gaandeweg aardig gevuld met aantekeningen en aanwijzingen en de scherpe blik van Jesse Rodin haalt zelfs nog een paar kleine afwijkingen uit de overgeleverde stemmen van Obrecht zelf. Uit alles blijkt dat hier ervaren, professionele musici en wetenschappers aan het werk zijn, die volkomen thuis zijn in de veertiende en vijftiende-eeuwse muziek en bovenal aan elkaar zijn gewaagd. Deel na deel wordt vervolgens doorgewerkt, waarbij het opvalt dat de gereconstrueerde noten nauwelijks aanpassing behoeven. Maar zoals een van de zangers later opmerkte, het is veel Obrecht en een beetje Fitch samen, maar wel heel erg mooi.
Het is de bedoeling dat deze reconstructie met wetenschappelijke verantwoording door Fabrice Fitch wordt uitgegeven bij de KVNM. Dit zou het begin kunnen zijn van een nieuwe reeks uitgaven van onvoltooide werken, waarin niet alleen het eindresultaat telt, maar vooral ook het onderzoeksproces dat daaraan voorafgaat. Door dit soort onderzoeken te documenteren ontstaan nieuwe mogelijkheden meer inzicht te krijgen in het componeerproces zelf.
De gereconstrueerde mis zal worden opgenomen door het Binchois Consort.
De onvolledige Missa Scaramella is uitgegeven door de KVNM in: Maas, Chris (General Editor), New Obrecht Edition, Vol 11 (1990), 51-89.
Afbeeldingen:
1. Mariapoort met rechtsboven de zaal (foto Hans Steketee).
2. Van links naar rechts: Fabrice Fitch, Grantley McDonald, Brett Kostrzewsky, Stratton Bull, Paul Kolb en Jesse Rodin (foto Hans Steketee).
3. Portret van Jacob Obrecht door Hans Memling 1496 (publieke domein, collectie Kimbell Art Museum; https://www.kimbellart.org/collection-object/jacob-obrecht).